Gestalt taalverwerkers starten hun taalontwikkeling met gehelen van taal. Ze zeggen veel na van wat ze opvangen vanuit hun omgeving. Deze brokken taal worden ook gebruikt om te communiceren. In latere fases worden deze brokken taal in stukken gebroken en worden de kleinere stukken gecombineerd. Pas in een derde fase zijn de stukken nog kleiner en worden er losse woorden uit gehaald. Vanaf dan gebruiken Gestalt Taalverwerkers woorden met een verwijzende functie. In de vierde fase start dan ontluikende grammatica.
An Peters en Barry Prizant beschreven in de literatuur deze taalontwikkelingsprocessen. Marge Blanc beschreef na jarenlang onderzoek de fases en aanpak uit in haar boek ‘Natural Language Acquisition’ on the Spectrum’.
Deze kinderen lopen dus achter ten opzichte van ‘analytische taalverwerkers’, wat wij de typische taalontwikkeling noemen, die iedereen kent. Zij starten meteen met losse, verwijzende woorden en gaan die in een tweede fase combineren, om nadien korte zinnetjes te bouwen.
Er valt dus veel te ontdekken over gestalt taalontwikkeling. Weet je dat wij zelfs allemaal deze twee processen gebruiken voor taal, en dat veel kinderen met autisme via een gestalt stijl taal verwerken?